Teamleden van diverse rijkspartijen maken meters met de implementatie van het Register Externe Veiligheidsrisico’s (REV). In deze serie maken we kennis met de mensen achter het REV. Deze keer zijn Abbass Vashoeey, Marc Herwijnen en Frans Joffer aan het woord. Vanuit Rijkswaterstaat zijn zij werkzaam als functioneel beheerders van het REV.

Wat doen jullie bij het REV?

Frans Joffer (FJ): ‘Als product owner ben ik de contactpersoon tussen de verschillende teams en stakeholders. Ik beheer de productbacklog, dat is een lijst met taken die er nog moeten gebeuren, prioriteer de behoeften en evalueer de voortgang tijdens iedere iteratie.’ 

Marc Herwijnen (MH): ‘als senior functioneel beheerder doe ik de dagelijkse functioneel beheer taken. Ik houd de incidenten in de gaten, luister naar de klant om de ontwikkelkansen voor te bereiden en ben druk met de activiteiten rondom de inbeheername. Verder test ik de verschillende ontwikkelactiviteiten. In het vorige interview heeft Isabeau alles verteld over het testproces.’

Abbass Vashoeey (AV): ‘Achter de schermen ben ik verantwoordelijk voor de coördinerende taken en tactische besluiten. Als coördinator help ik de functioneel beheerders met de planning en de verschillende organisatieaspecten. Binnen het REV ben ik een van de oudste medewerkers. Niet alleen qua leeftijd... maar ook als langstzittende lid.’

Hoe ziet het proces van de ontwikkeling van het REV er voor jullie uit?

MH: ‘Vanaf maart ben ik begonnen bij het REV. Direct daarna begonnen we met het overhevelen van het REV naar Rijkswaterstaat. Dit was een hectische tijd. Voor mij voelde het alsof ik als laatste hazenwind nietsvermoedend in het starthok werd gezet. Rustig om me heen kijkend wat de bedoeling was toen vervolgens het hek openging en het stof werd opgeworpen. Nu voelt het of ik op snelheid ben, het stof is neergedaald en ik volledig ben ingewerkt.’

AV: ‘De inbeheername van applicaties zijn altijd een grote klus. Vooral als een applicatie door anderen ontwikkeld is. Er zijn allerlei zaken waar we rekening mee moeten houden, zoals de veiligheidsregels die vanuit het Rijk verplicht zijn, de plek waar het moet draaien en waar de data opgeslagen moet worden. Het REV is ook uitdagend omdat het veel verschillende componenten in zich heeft en er veel verschillende partijen betrokken zijn. Dit maakt de juiste coördinatie en communicatie belangrijk. Als team leggen we de lat ook hoog en willen alles perfect doen. We moeten ons ook realiseren dat dit niet altijd direct lukt en de inbeheername van een applicatie een complex en tijdrovend proces is.’

Wat ik in ieder geval terug hoor, is dat er met een heleboel verschillende partijen samengewerkt moet worden en dat dit uitdagingen met zich meebrengt. Willen jullie hier wat meer over vertellen?

AV: ‘Er zijn verschillende partijen en dat maakt het niet perse moeilijk. Alleen doordat er veel schakels zijn en we onderling afhankelijk zijn van elkaar gaat het soms iets langzamer dan wij eigenlijk willen.’

FJ: ‘Daar ben ik het mee eens. Liever gisteren al klaar dan morgen. Het samenwerken gaat verder prima onderling. De mensen binnen het projectteam maar ook in de rest van het REV programma zijn fijne mensen om mee samen te werken. Ik denk dat we ook steeds beter op elkaar ingespeeld raken.’

MH: ‘Wat Frans zegt, we boeken vooruitgang. We werken steeds meer agile en gestructureerder. We zijn hier blij mee.’

Hoe ziet de komende periode voor jullie eruit?

FJ: ‘Zoals het eruit ziet nemen we het REV op een gegeven moment in beheer. Dan is de officiële overdracht. Daar komt ook het standaardplatform nog bij met verschillende modules, zoals de KGL-module om kwetsbare gebouwen en locaties in te voeren. Verder werken we onze planning af. Er lopen allerlei releases, we moeten hardware vervangen, testen en meer van dit soort zaken.’

AV: ‘Het doel is dat eind 2024 het volledige beheer van het REV in handen is van RWS. Ik zie graag dat wij met het juiste team en de juiste kwaliteiten een product neerzetten waarmee we het imago van RWS hooghouden.’

FJ: ‘Het REV is een waardevol product. We kunnen de gegevens die het bevat nog op veel meer manieren ontsluiten, bijvoorbeeld ten behoeve van het maken van omgevingsplannen en in het DSO. Alleen eerst zijn er nog wat bruggetjes te beslechten. Een flinke uitdaging. Ik heb er zin in.’